Na de verloving moest er in korte tijd een “trousseau”, een bruidsschat samengesteld worden. De bruidsschat bestond vroeger uit een combinatie van de uitzet en geld en werd door de vader aan de bruid meegegeven. In het geval van een adellijk huwelijk bestond de bruidsschat uit een complete garderobe, sieraden, zilveren en gouden voorwerpen en een grote som geld.
Waaruit de bruidsschat van Elisabeth bestond werd opgeschreven en daarom weten we nu nog steeds waaruit de bruidsschat bestond.
De bruidsschat bevatte onder meer:
- 17 Putzkleider (jurken voor feestelijke gelegenheden)
- 4 baljurken
- 14 zijden jurken
- 19 zomerse dagelijkse jurken
- 16 hoeden
- 14 dozijn onderhemden
Verder kreeg Elisabeth nog een bedrag van 50.000 gulden* mee en dat was een zeer bescheiden bedrag. Even ter vergelijking: de bruidsschatten van de bruid van de kroonprins van Pruisen en die van de kroonprins van Württemberg waren tien keer zo hoog.
Bronnen:
Opmerkingen:
* Volgens Kronenzeitung – Sisi (blz. 16) vertegenwoordigd dat nu zo’n 850.000 euro.